De leden van de VNV besteden veel zorg aan de kwaliteit en voedselveiligheid van hun producten. Veel bedrijven hebben daartoe op bedrijfsniveau kwaliteitsprogramma’s geïmplementeerd zoals ISO, IFS of BRC. De VNV ondersteunt waar nodig en gewenst bedrijven hierbij door een aantal algemene overkoepelende instrumenten te (laten) ontwikkelen. Het kan hierbij gaan om specifieke protocollen voor de productie van bepaalde producten maar ook om bepaalde algemene beleidslijnen.
Additieven (E-nummers)
Additieven zijn stoffen die worden toegevoegd om eigenschappen van voedingsmiddelen, waaronder vleeswaren, te verbeteren. Voorbeelden zijn kleurstoffen, smaakversterkers en conserveermiddelen. E-nummers kunnen worden gewonnen uit de natuur of kunstmatig worden gemaakt in een fabriek. Als in een product E-nummers zijn gebruikt, dan staat de naam van de stof of het E-nummer op het etiket. Een stof krijgt niet zomaar een E-nummer, hier gaat een heel traject aan vooraf. Het belangrijkste is dat de stof niet schadelijk mag zijn voor de gezondheid. Het E-nummer is dus een garantie dat de Europese autoriteit voor voedselveiligheid (EFSA) de stoffen gecontroleerd heeft en dat ze veilig gebruikt kunnen worden. In de wet staat in welke producten een toevoeging gebruikt mag worden en hoeveel er maximaal aan producten mag worden toegevoegd. Het Voedingscentrum heeft een factsheet over E-nummers opgesteld.
Beheersing uitgroei Listeria-bacterie
Listeriose is een infectieziekte die ontstaat door besmetting met de Listeria-bacterie. Mensen die behoren tot een risicogroep kunnen daar behoorlijk ziek van worden. Het beheersen van Listeria is dan ook een zeer belangrijk vraagstuk voor producenten van voedingsmiddelen. De VNV heeft een uitgebreide handleiding met een stappenplan opgesteld, die alle leden hebben geïmplementeerd in hun bedrijf.
Commissie Voedingsmiddelenwetgeving en Technologie (CVT)
In een commissie van deskundigen uit de aangesloten bedrijven wordt wet- en regelgeving besproken, wordt bekeken hoe deze het best ingevoerd kan worden en worden best practices van bedrijven gedeeld. Bij knelpunten wordt actie ondernomen richting de Nederlandse overheid of de Europese Commissie.